Wij staan elk jaar in de top 3 van de beste advocatenkantoren op het gebied van klanttevredenheid.
EU langdurig ingezetene verblijfsvergunning en formeel beperkt verblijfsrecht
Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft een belangrijke uitspraak gedaan over het begrip “formeel beperkt verblijfsrecht” in een zaak van een cliënt van ons kantoor.
Deze cliënt werd geconfronteerd met een intrekking met terugwerkende kracht van zijn verblijfsvergunning voor een periode van 9 maanden. Daartegen had ons kantoor namens de cliënt bezwaar en beroep ingesteld. Die procedure liep nog toen hij een aanvraag deed voor de status EU langdurig ingezetene. De IND had deze aanvraag afgewezen, omdat hij een verblijfsgat had van 9 maanden. Er was in die periode volgens IND geen formeel beperkt verblijfsrecht, omdat dat verblijfsrecht ingaat vanaf het moment dat bezwaar- en beroep wordt ingesteld.
Dit standpunt zou in de praktijk betekenen dat de periode waarover de intrekking gaat nooit als formeel beperkt zou kunnen worden beschouwd. Dus dat in het geval van een intrekkingsprocedure de periode van 5 jaar benodigd voor het verkrijgen van de status als EU langdurig ingezetene altijd opnieuw begint. De rechtbank is het met ons standpunt eens dat dit niet past bij het doel van de Richtlijn langdurig ingezetenen: het belangrijkste criterium voor het verkrijgen van de status als EU langdurig ingezetene is langdurig verblijf op het grondgebied van de lidstaat. Er moet dan ook flexibel worden omgegaan met het begrip formeel verblijfsrecht.
De rechtbank oordeelt dat ook tijdens de periode waarover de intrekking gaat, hij formeel beperkt verblijfsrecht had. Dit betekent dat die periode van 9 maanden weliswaar niet meetelt voor de opbouw naar vijf jaar, maar ook geen onderbreking vormt, zodat de verblijfsperiode voor de intrekking meetelt. Er is door de IND geen hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.